Familie bij Fraanje
In een familiebedrijf met 200 medewerkers is het niet verwonderlijk dat er mensen uit dezelfde familie in het bedrijf werken.
-Arno Sanderse (links op de foto)
Functie: Technische Buitendienst
Werkzaam bij Fraanje: sinds 2009
-Rini Sanderse (rechts op de foto)
Functie: Medewerker Prefab afdeling
Werkzaam bij Fraanje: sinds 1986
Rini en Arno Sanderse, vader en zoon, zijn daar het perfecte voorbeeld van! Hoe zijn zij bij Fraanje terecht gekomen? En is samen werken met familie echt zo fijn?
Wat voor werk doe je bij Fraanje?
Rini: “Ik ben komende december 36 jaar werkzaam bij Fraanje. Eerst bij de buitendienst als timmerman en negen jaar geleden ben ik naar de prefabafdeling gegaan. Het is echt heel leuk werk. Je bent echt met je vak bezig, met hout. Het is makkelijk omdat je in ideale omstandigheden werkt: beschermd klimaat, gelijkvloers, hijsvoorzieningen aanwezig en goede materialen.”
Arno: “ik zit bij de technische buitendienst. Wij proberen storingen te verhelpen, plaatsen en sluiten bouwplaatsvoorzieningen aan zoals bijvoorbeeld keten, containers en bouwliften. We zijn dus heel erg verweven met het transport. Van buitenaf denken mensen: ‘Lekker achter de vrachtwagen aanrijden’. Maar je moet vaak vroeger beginnen en bent later klaar dan de rest. We gaan langs veel bouwlocaties, maar die drukke planning en het lekker doorpakken vind ik juist 1 van de leukere aspecten aan mijn werk.”
Hoe ben jij bij Fraanje terecht gekomen?
Arno: “Mijn vader was 12,5 jaar in dienst bij Fraanje. Het was toen gebruikelijk dat de bedrijfsleider en één van de leden van de directie voor een jubileum op huisbezoek kwamen. We raakten aan de praat en enkele
weken later belde Gert-Jan mij op, hij vroeg of ik op gesprek wilde komen.”
Rini: “Ja, Arno kwam erbij zitten toen we koffie aan het drinken waren. Gert-Jan vroeg aan Arno wat hij deed en of hij tevreden was met zijn baan. Toen Arno vertelde dat hij eigenlijk niet heel blij was met zijn huidige
baan zag ik die twee van Fraanje al naar elkaar kijken. Twee weken later ging de telefoon. Ik dacht eerst dat ze mij moesten hebben maar ze vroegen naar Arno.”
Wat vinden jullie van elkaars baan?
Rini: “Arno doet het goed. Hij heeft eerst op de staalafdeling gezeten en nu bij de vliegende brigade van de materieeldienst. Ik vind dat hij een mooie baan heeft. Vrij, hij krijgt natuurlijk wel zijn opdrachten. Maar hij gaat overal naartoe.”
Arno: “Momenteel zit mijn pa op de Prefab afdeling waar hij voornamelijk dakkapellen en elementen maakt. Zelf denk ik dat dit perfect is, gezien zijn leeftijd en de werkomstandigheden. Voorheen heeft hij ook bij de afdeling bedrijfsbouw en op de afdeling RiantHuis gewerkt waar je toch vaker buiten bezig bent. Eigenlijk hebben we in de 14 jaar dat ik bij Fraanje werk nog nooitsamengewerkt.”
Wat hebben jullie besproken voordat Arno bij Fraanje kwam werken?
Arno: “Niks concreets, alleen een beetje hoe het in het bedrijf er aan toe ging. Ook zijn we samen in de zomervakantie eens in de werkplaats en op wat bouwplaatsen gaan kijken zodat ik kon zien waar ik terecht zou komen.”
Is familie een belangrijke waarde binnen Fraanje?
Rini: “Ja! Een paar jaar geleden is mijn vader overleden. Dan krijg je natuurlijk als directe familie vrij. Bij de begrafenis in de kerk zag ik opeens Arjan, Kees en Gert-Jan zitten. Die zaten daar gewoon voor mij, dat vond ik wel heel netjes. Dat heb ik echt gewaardeerd. Dat ze niet alleen een kaartje sturen maar ook naar de kerk kwamen om te condoleren. Dat had ik niet verwacht.”
Is het aan te bevelen om met familie te werken?
Arno: “In onze situatie wel, maar dat komt misschien doordat we weinig met elkaar te maken hebben qua werkzaamheden. Maar je spreekt elkaar wat vaker dan normaal. Het lastige is wanneer er thuis of op het werk zaken besproken worden waar je op dat moment geen zin in of gelegenheid voor hebt.”
Rini: “Uiteindelijk is hij gewoon één van de collega’s, maar toevallig is het mijn zoon. We zeggen ’s ochtends goedemorgen tegen elkaar en zitten bij de koffie misschien even samen. Je ziet elkaar wat vaker, maar dat is het ook.”